Dankzij landelijke samenwerking binnen de auto-immuun hepatitis werkgroep Nederland (autoimmuunhepatitis.nl) is een beeld verkregen van het medicatie gebruik van patiënten met (AIH). Verreweg de meeste AIH patiënten gebruiken langdurig immunosuppressieve medicatie. In eerdere studies is gebleken dat het in de meeste gevallen niet lukt de medicatie geheel af te bouwen, er lijkt echter een groep patiënten te bestaan waarin dit wel lukt. Omdat het staken van medicamenteuze behandeling veel mogelijke voordelen biedt, is het belangrijk deze (kleine) subgroep van patiënten te kunnen selecteren. Eerdere studies zijn retrospectief van aard en in de meerderheid van patiënten bij wie gepoogd is medicatie te staken is geen voorafgaande leverbiopsie verricht. De huidige richtlijnen stellen dat er na 12 maanden behandeling en histologische remissie, of minimale activiteit kan worden overwogen de gebruikte medicatie af te bouwen en uiteindelijk te staken. Deze strategie is nooit in een prospectieve trial onderzocht. Hiertoe is enige tijd geleden de STOP-studie geïnitieerd. In deze studie wordt bij niet-cirrotische patiënten met een snelle en goede respons op behandeling met steroïden en langdurige volledige biochemische en histologische remissie gecontroleerd gestopt met gebruikte medicatie. Doel is hiermee een betere selectie te kunnen maken van patiënten bij wie medicatie kan worden gestaakt.
Inclusiecriteria
- ‘Definitive’ of ‘probable’ AIH
- Minimaal 24 maanden biochemische remissie na start behandeling (ASAT/ALAT/IgG < 1x normaal)
- Normaal of vrijwel normaal histologisch beeld voorafgaande aan staken therapie
- Patiënten bij wie leverbiopt nog niet is verricht, maar wel kan worden verricht voorafgaande aan inclusie kunnen reeds worden overlegd. Histologie zal worden gereviseerd door twee gespecialiseerde pathologen.
Exclusiecriteria
- Cirrose
- Relapse of stijging van ASAT/ALAT tot boven de normaalwaarde in de laatste 24 maanden
- Onmogelijkheid tot ondergaan leverbiopt